donderdag 12 augustus 2010

Het balletje is rond

De vier elementen, aarde water, lucht en vuur zijn al sinds mensheugenis de archetypen om de wereld om ons heen te beschrjven. Deze elementen laten zich makkelijk terug vertaln naar de basale fysieke toestanden waarin de materiele wereld zich kan bevinden, vast, vloeibaar,gas en in energetische transformatie.


Over de eeuwen hen hebben deze elementen ok veel kwalitatieve eigenschappen toebedeld gekregen die ookin het menselijke gedrags-, gevoels- en gedachtenspectrum terug te vinden zijn. Zo staat het element Aarde voor voeding en darmee zorgzaamheid, water voor overbrenging, gevoel en communicatie, lucht voor het ongrijpbare en daarme het denken en vuur voor transitie, energetiche processen en pasie in allerlei vorm.


Archetypen, ook binnen andere systemen, worden veel toegepast om ons te helpen patronen te herkennen en te groeperen. Feitelijk een charmante manier van labelen en categoriseren.In plaats van te zeggen: "Hij denkt niet na bij wt hij doet" kan je ook zo iemand typologeren als een vuur type. Het positieve aan dergelijke predicaten of opdruksels komt uitsluitend tot stand als ze toegepast worden om optimaal met elkaar om te gaan: verwachtingen over en wer realistisch instellen en een prettige en effectieve manier vinden om elkaar aan te spreken en voral aanzetten tot verdere ontplooiing.


Hierover is al veel geschreven. Om deze manier van interpersoonlijke effectiviteit aan te leren zijn allerhande boeken en methodieken voor handen. Waar hier de aandacht naar uit gaat is nu juist niet de verdere differentiatie of analyse van de verschillende typeringen maar juist de integratie of synthese daarvan. Vanuit een besef dat wij, net als de wereld die we willen beschrijven, altijd uit een combinatie bestaan van die extreem gedifferentierde archetypen, is het verleidelijk om de onnauwkeurigheden in dergelijke beschrijvingen toe te dekken met opmerkingen als: "Het is niet zo zwart/wit, er is veel grijs" of "Het is maar een praatplaatje". Helaas boet men dan veel in in kracht van de mogelijkheden diebesloten liggen in een goed doordacht typologeringssysteem. Hetzelfde besef, echter kan ok verleiden om de archetypen nog scherper en fijner te definieren en deze tezamen te combineren tot een volledig zelf- of wereldbeeld.


Men zou een poging kunnnnen wagen om met of zonder archetypen een volledig wereldbeeld of zelfbeeld te creëren. Stiekem doen we dit bij voortduring. We noemen dit ervaring. Elk moment van de dag wordt ons gedrag bepaald door een stelsel (innerlijke en meestal niet strak omschreven) overtuigingen en worden deze overtuigingen vormgegeven door de gebeurtenissen waar we ons aan blootstellen, dan wel aan blootgesteld worden en vooral door de manier waarop we deze gewaarworden.


Bij het wat nader omschrijven van een dergelijk beeld  stuit men vrij snel en onheroepelijk op de uitdaging dat je fenomenen tegenkomt die je (vaak in eerste instantie) alleen vanaf de buitenkant waarnemen en beschrijven kan maar die gaande weg blijken te beschikken over een binnenwereld of interne die op zich alweer zo complex is als de wereld die je in den beginne wilde beschrijven.


Als voorbeeld zou je je partner kunnen nemen. Wanneer je elkaar leert kennen zijn het uiterlijke kenmerken van de ander, innerlijke reacties van jezelf en gedeelde gebeurtenissen die het beeld van de ander samenstellen. Na een tijd van samen zijn komt de binnen wereld van de ander meer in beeld en met voldoende interesse zal blijken dat deze van een gelijke complexiteit is als de eigen binnenwereld of zelfs de buitenwereld. Je kan dan ontdekken dat die werelden totaal van elkaar kunnen verschillen maar toch op de raakvlaken zeer goed samen gaan.

Het is juist die ontdekking van nieuwe complexiteiten die vaak een dwaalspoor opleveren bij het beschrijven van onze wereld. Bij het maken van een dergelijk beeld wordt van nature gestreefd naar overtuigingen die op zo veel mogelijk gebieden werken. Dit betkent dat overtuigongen die vaker blijken te kloppen of een gewenst effect sorteren herbevestigd worden en daarme dieper geworteld raken en langer overlevenn. Helaas geldt dit ook voor overtuigingen die welbeschouwd in het geheel niet zo goed of effectief zijn maar wel een direct positief effect. Een verslaving werkt op een dergelijke manier. Een handeling (het opsteken van een sigaret) geeft en direct lichamelijk effect met gevolgen voor de gemoedstoestand. De handeling wordt positief bevestigd maar welbeschouwd levert he roken gen positieve effecten voor het individu.


Zo zullen ook bevindingen die we over onszelf en door onze ervaringen als correcte overtuiging aannemen zolang daar niet duidelijk het tegendel bewezen wordt. Het concept onschuldig tot het tegendeel bewezen is, wordt in de natuurlijke individuele psychologie wijd en zijd toegepast met:"Mijn idee is de juiste totdat vast komt te stan dat het niet klopt."


En direct gevolg hiervan is dat we van nature er van uitgaan dat wat wij als waar ervaren altijd en overal geldt totdat het tegendeel bewezen is. Wanneer dit gebeurt ontstaat een kleine geloofscrisis, de overtuiging die we hadden blijkt inn een bepaalde situatie niet op te gaan en staan we voor een keuze. De ene mogelijkheid is concluderen dat die overtuiging nooit geklopt heeft en afhankelijk van de diepte van de wortels van die overtuiging en hoeveel andere overtuigingen gebaseerd zijn op de zojuist ontkrachte overtuiging zal deze kleine geloofscrisis tot een grote uigroeien. Een andere optie is af tebbakenen: in die situatie werkt mijn overtuiging niet dus die situatie past niet mijn wereld of niet bij mij. Er ontstaat identificatie, de verzameling situaties, mensen enn gebeurtenissen waarbij de eigen overtuigingen overeind blijven: mijn wereld, mijn vrienden. Het overige wordt of aan vorbijgegaan, omzeild of aangemerkt met waarschuwingen. Op zich levert deze optie een zichzelf bevestigende overtuiging, het is de meest fool-proof mogelijkheid uberhaupt. In plaats van mijn idee is juist totdat het tegendeel bewezen is wordt het: Mijn idee is juist in mijn wereld, als dit ergens niet zo blijkt te zijn is dat dan niet mijn wereld. Of lees ipv wereld vriendenkring, mijn soort mensen of comfortzone. En overtuiging als deze blijft zichzelf bevestigen en kan nimmer doorbroken worden. Echter, afhankelijk van de sterkte en scherpte van je overtuigingen wordt jouw wereld steeds kleiner. Vel van ons hebben niet heel sterke en scherpe overtuigingen en komen in het dagelijkse leven met deze optie zer goed door het leven. Het brengt zekerheid, stabilitiet enn vertrouwen. Alleen al om deze reden is dit een scenario om niet zomaar van de hand te doen mocht je ooit die mogelijkheid hebben. Desalniettemin is het wel goed te beseffen dat dit scenario op een bepaald niveau nagenoeg altijd een rol speelt zodat je nog en klein oogje open kan houden voor alternatieve werkelijkheden.


Deze eerste twee opties zijn volledig gestoeld op de klakkeloze aanname dat een overtuiging alleen dan juist kan zijn als het altijd waar is. HEt getuigt van innerlijke ontwikkeling als je kan accepteren dat overtuigingen niet altijd en overal waar hoeven te zijn om toch als valide voort te bestaan. Deze derde optie opent de deur naar onnoemelijk veel werkelijkheden die zeer wel naast elkaar en gedeeltijk overlapend kunnen bestaan. Het is een goede optie, het warborgt namelijk respect voor andere werkelijkheden, openheid voor het onbekende en nemt het grotste deel van angst weg. Echter, de onherroepelijke uitdaging van onbekende complexiteiten is daarmee nog niet uit de weg geruimd.



Het doorvoeren van de derde optie houd ook direct in dat men niet de interne werking of binnenwereld moet begrijpen om begrip op te brengen voor eventuele afwijkende wetmatigheden. Dit geldt zowel naar andere menen als naar anders werkende of nog onbekende realiteiten. De vraag blijft echter hoe je hier mee om moet gaan. Het idee voor de oplossing is even simpel als voor de hand liggend: bemoei je helemaal niet met de binnenwereld of interne werking en beschrijf (of hou rekening met) alleen datgene wat je van buiten merkt. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Vooral om daarbij de juiste grens te trekken van wat men intern en wat men extern noemt. Feitleijk is dit arbitrair en effectivitiet of handelbaarheid is dan de leidraad. Ook weer getuige van eigen innerlijke ontwikkeling is bij een dergelijke benadering


Het gemak te ontstijgen om aleen de focus te heben op dat wat zo toevallig alleen van interesse is in eigen belang.


Om terug te komen op archetypen en een wereld of zelfbeschrijving daarvan levert de derde optie van het omgaan met andere wetmatigheden of werkelijkheden een bijzonder goede werkwijze. Deze werkwijze wordt voral ingegeven door de arbitraire keuze van wat nu binnenwereld is en wat buitenwereld is. Dit geldt voor onszelf net zo als voor (nog) onbekende fenomenen. De grens die we intern en extern noemen kunen dan wel volledig bij onszelf leggen of aan de buitenkant van onze eigen wereld.


Wanner we die grens volledig bij onszelf houden maken we onszelf vrij om die werkelijkheid te kiezen die daadwerkelijk goed bij ons past of die goed voor ons werkt. Wanneer we daarbij in staat zijn andere werkelijkheden, andere overtuigingen van welke sort dan ook daarnaast te laten bestaan dan is dit een ideale situatie om volledig in eigen vrijheid en in harmonie met de omgeving te leven.


De vraag die daarbij als eerse opkomt is welke wekelijkheid wij (ik) voor onszelf (mijzelf) kies Het is in mijn optiek en zoals ik merk bij vele anderen de werkelijkheid waarbij een zo diep mogelijk gevoel van geluk ontstaat. Dit diepe gevoel van geluk gat veel verder dan en zeker welbevinden en kan helaas niet als doel op zich bestempeld worden, dit gevoel van geluk is namelijk juist het gevolg van de gekozen eigen werkelijkheid in combinatie met de harmonie met de omgeving. Wat dat betreft is het beter in te zetten als kompas of beter een soort warheidsdetectoor die intensievere signalen afgeft naarmate men dichter bij de (eigen) werkelijkheid komt.


Eenmal gevonden is het makkelijer om weer terug te sturen maar nog nooit ervaren is het en moeilijke zoektocht, echter, elke vorm van positief aannvoelen is juist een onderdel van het diepere geluk en wanneer men eenmaal merdere positieve ervaringen heeft verzameld en bekijkt wat daarvan overeenkomstig en blijvend is komt men al snel op de goede route.


De harmonie met de omgeving, of juist het ontbreken daarvan, is vaak hetgeen wat aangegrepen wordt om het niet vinden of ervaren van geluk aan op te hangen. Vooral in de vorm van de interne werking van anderen of andere werkelijkheden wordt vaak de belemmering van het eigen geluk gezien. Die derde optie opent ook de mogelijkheid om hier een andere blik op te krijgen. Gesteld dat we de interne werking van de ander, de andere overtuiging of de wereld niet kunnen veranderen maar wel de eigen keuzen en de eigen interne werkelijkheid blijt feitelijk allen de verwachting die we an onze buitenwereld stellen over als belemmering voor ons eigen geluk.

zondag 8 augustus 2010

Alleen op weg

Alleen en toch ook weer niet. Lekker met de 'kleine' op vakantie. Even tot rust komen en weg van al het gedoe.

Ja dat dacht ik. Tijd voor mezelf is niet te vinden. Laptop mee, kan ik wat schrijven. Gelukkig Word op mijn mobiel, na het bestellen en wachtend op het eten wat gedachten aan het electronische papier toevertrouwen.

Eén alinea en dan: "Ik verveel me, Papa. En een betje heel erg." Dan maar de plannen voor de komende dagen bespreken....
Geen gedachte uit te krijgen.

"wat denk je?"

"niets"

"heb jij dat niet, zo'n stemmetje in je hoofd wat steeds met  je praat?" vraag ik.

"Natuurlijk niet"

"O, heb ik wel"

"Jij bent ook gek"

"Misschien ook wel..."

Stilte. Ben ik wel jaloers op, geen stemmetje in je hoofd wat continu aan het babbelen is. De laatste tijd is die vrij rustig, de 'kleine' daarentegen niet.

Negen jaar, net geworden en alleen met die oude gekke vader op vakantie. Pa wil ook niet eens spelen.

Gut, die jongen heeft ook niet niks megemaakt met z'n negen jaar. Nu zegt men ADHD. Wat mij betreft te weinig vertrouwen in het eigen bestaan en het eigenbestaansrecht. Continu bezig het eigen zijn bevestigd te krijgen door de omgeving. Misschien is zo'n stemmetje in je hoofd toch niet zo gek.