Over de
eeuwen hen hebben deze elementen ok veel kwalitatieve eigenschappen toebedeld
gekregen die ookin het menselijke gedrags-, gevoels- en gedachtenspectrum terug
te vinden zijn. Zo staat het element Aarde voor voeding en darmee zorgzaamheid,
water voor overbrenging, gevoel en communicatie, lucht voor het ongrijpbare en
daarme het denken en vuur voor transitie, energetiche processen en pasie in
allerlei vorm.
Archetypen,
ook binnen andere systemen, worden veel toegepast om ons te helpen patronen te
herkennen en te groeperen. Feitelijk een charmante manier van labelen en
categoriseren.In plaats van te zeggen: "Hij denkt niet na bij wt hij
doet" kan je ook zo iemand typologeren als een vuur type. Het positieve
aan dergelijke predicaten of opdruksels komt uitsluitend tot stand als ze
toegepast worden om optimaal met elkaar om te gaan: verwachtingen over en wer
realistisch instellen en een prettige en effectieve manier vinden om elkaar aan
te spreken en voral aanzetten tot verdere ontplooiing.
Hierover
is al veel geschreven. Om deze manier van interpersoonlijke effectiviteit aan
te leren zijn allerhande boeken en methodieken voor handen. Waar hier de
aandacht naar uit gaat is nu juist niet de verdere differentiatie of analyse
van de verschillende typeringen maar juist de integratie of synthese daarvan.
Vanuit een besef dat wij, net als de wereld die we willen beschrijven, altijd
uit een combinatie bestaan van die extreem gedifferentierde archetypen, is het
verleidelijk om de onnauwkeurigheden in dergelijke beschrijvingen toe te dekken
met opmerkingen als: "Het is niet zo zwart/wit, er is veel grijs" of
"Het is maar een praatplaatje". Helaas boet men dan veel in in kracht
van de mogelijkheden diebesloten liggen in een goed doordacht
typologeringssysteem. Hetzelfde besef, echter kan ok verleiden om de archetypen
nog scherper en fijner te definieren en deze tezamen te combineren tot een
volledig zelf- of wereldbeeld.
Men zou
een poging kunnnnen wagen om met of zonder archetypen een volledig wereldbeeld
of zelfbeeld te creëren. Stiekem doen we dit bij voortduring. We noemen dit
ervaring. Elk moment van de dag wordt ons gedrag bepaald door een stelsel
(innerlijke en meestal niet strak omschreven) overtuigingen en worden deze
overtuigingen vormgegeven door de gebeurtenissen waar we ons aan blootstellen,
dan wel aan blootgesteld worden en vooral door de manier waarop we deze
gewaarworden.
Bij het
wat nader omschrijven van een dergelijk beeld
stuit men vrij snel en onheroepelijk op de uitdaging dat je fenomenen
tegenkomt die je (vaak in eerste instantie) alleen vanaf de buitenkant
waarnemen en beschrijven kan maar die gaande weg blijken te beschikken over een
binnenwereld of interne die op zich alweer zo complex is als de wereld die je
in den beginne wilde beschrijven.
Als
voorbeeld zou je je partner kunnen nemen. Wanneer je elkaar leert kennen zijn
het uiterlijke kenmerken van de ander, innerlijke reacties van jezelf en
gedeelde gebeurtenissen die het beeld van de ander samenstellen. Na een tijd
van samen zijn komt de binnen wereld van de ander meer in beeld en met
voldoende interesse zal blijken dat deze van een gelijke complexiteit is als de
eigen binnenwereld of zelfs de buitenwereld. Je kan dan ontdekken dat die werelden
totaal van elkaar kunnen verschillen maar toch op de raakvlaken zeer goed samen
gaan.
Het is juist die ontdekking van nieuwe complexiteiten die vaak een dwaalspoor opleveren bij het beschrijven van onze wereld. Bij het maken van een dergelijk beeld wordt van nature gestreefd naar overtuigingen die op zo veel mogelijk gebieden werken. Dit betkent dat overtuigongen die vaker blijken te kloppen of een gewenst effect sorteren herbevestigd worden en daarme dieper geworteld raken en langer overlevenn. Helaas geldt dit ook voor overtuigingen die welbeschouwd in het geheel niet zo goed of effectief zijn maar wel een direct positief effect. Een verslaving werkt op een dergelijke manier. Een handeling (het opsteken van een sigaret) geeft en direct lichamelijk effect met gevolgen voor de gemoedstoestand. De handeling wordt positief bevestigd maar welbeschouwd levert he roken gen positieve effecten voor het individu.
Zo
zullen ook bevindingen die we over onszelf en door onze ervaringen als correcte
overtuiging aannemen zolang daar niet duidelijk het tegendel bewezen wordt. Het
concept onschuldig tot het tegendeel bewezen is, wordt in de natuurlijke
individuele psychologie wijd en zijd toegepast met:"Mijn idee is de juiste
totdat vast komt te stan dat het niet klopt."
En
direct gevolg hiervan is dat we van nature er van uitgaan dat wat wij als waar
ervaren altijd en overal geldt totdat het tegendeel bewezen is. Wanneer dit
gebeurt ontstaat een kleine geloofscrisis, de overtuiging die we hadden blijkt
inn een bepaalde situatie niet op te gaan en staan we voor een keuze. De ene
mogelijkheid is concluderen dat die overtuiging nooit geklopt heeft en
afhankelijk van de diepte van de wortels van die overtuiging en hoeveel andere
overtuigingen gebaseerd zijn op de zojuist ontkrachte overtuiging zal deze
kleine geloofscrisis tot een grote uigroeien. Een andere optie is af
tebbakenen: in die situatie werkt mijn overtuiging niet dus die situatie past
niet mijn wereld of niet bij mij. Er ontstaat identificatie, de verzameling situaties,
mensen enn gebeurtenissen waarbij de eigen overtuigingen overeind blijven: mijn
wereld, mijn vrienden. Het overige wordt of aan vorbijgegaan, omzeild of
aangemerkt met waarschuwingen. Op zich levert deze optie een zichzelf
bevestigende overtuiging, het is de meest fool-proof mogelijkheid uberhaupt. In
plaats van mijn idee is juist totdat het tegendeel bewezen is wordt het: Mijn
idee is juist in mijn wereld, als dit ergens niet zo blijkt te zijn is dat dan
niet mijn wereld. Of lees ipv wereld vriendenkring, mijn soort mensen of
comfortzone. En overtuiging als deze blijft zichzelf bevestigen en kan nimmer
doorbroken worden. Echter, afhankelijk van de sterkte en scherpte van je
overtuigingen wordt jouw wereld steeds kleiner. Vel van ons hebben niet heel
sterke en scherpe overtuigingen en komen in het dagelijkse leven met deze optie
zer goed door het leven. Het brengt zekerheid, stabilitiet enn vertrouwen.
Alleen al om deze reden is dit een scenario om niet zomaar van de hand te doen
mocht je ooit die mogelijkheid hebben. Desalniettemin is het wel goed te
beseffen dat dit scenario op een bepaald niveau nagenoeg altijd een rol speelt
zodat je nog en klein oogje open kan houden voor alternatieve werkelijkheden.
Deze
eerste twee opties zijn volledig gestoeld op de klakkeloze aanname dat een
overtuiging alleen dan juist kan zijn als het altijd waar is. HEt getuigt van
innerlijke ontwikkeling als je kan accepteren dat overtuigingen niet altijd en
overal waar hoeven te zijn om toch als valide voort te bestaan. Deze derde
optie opent de deur naar onnoemelijk veel werkelijkheden die zeer wel naast
elkaar en gedeeltijk overlapend kunnen bestaan. Het is een goede optie, het
warborgt namelijk respect voor andere werkelijkheden, openheid voor het
onbekende en nemt het grotste deel van angst weg. Echter, de onherroepelijke
uitdaging van onbekende complexiteiten is daarmee nog niet uit de weg geruimd.
Het doorvoeren van de derde optie houd ook direct in dat men niet de interne werking of binnenwereld moet begrijpen om begrip op te brengen voor eventuele afwijkende wetmatigheden. Dit geldt zowel naar andere menen als naar anders werkende of nog onbekende realiteiten. De vraag blijft echter hoe je hier mee om moet gaan. Het idee voor de oplossing is even simpel als voor de hand liggend: bemoei je helemaal niet met de binnenwereld of interne werking en beschrijf (of hou rekening met) alleen datgene wat je van buiten merkt. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Vooral om daarbij de juiste grens te trekken van wat men intern en wat men extern noemt. Feitleijk is dit arbitrair en effectivitiet of handelbaarheid is dan de leidraad. Ook weer getuige van eigen innerlijke ontwikkeling is bij een dergelijke benadering
Het
gemak te ontstijgen om aleen de focus te heben op dat wat zo toevallig alleen
van interesse is in eigen belang.
Om terug
te komen op archetypen en een wereld of zelfbeschrijving daarvan levert de
derde optie van het omgaan met andere wetmatigheden of werkelijkheden een
bijzonder goede werkwijze. Deze werkwijze wordt voral ingegeven door de
arbitraire keuze van wat nu binnenwereld is en wat buitenwereld is. Dit geldt
voor onszelf net zo als voor (nog) onbekende fenomenen. De grens die we intern
en extern noemen kunen dan wel volledig bij onszelf leggen of aan de buitenkant
van onze eigen wereld.
Wanner
we die grens volledig bij onszelf houden maken we onszelf vrij om die
werkelijkheid te kiezen die daadwerkelijk goed bij ons past of die goed voor
ons werkt. Wanneer we daarbij in staat zijn andere werkelijkheden, andere overtuigingen
van welke sort dan ook daarnaast te laten bestaan dan is dit een ideale
situatie om volledig in eigen vrijheid en in harmonie met de omgeving te leven.
De vraag
die daarbij als eerse opkomt is welke wekelijkheid wij (ik) voor onszelf
(mijzelf) kies Het is in mijn optiek en zoals ik merk bij vele anderen de
werkelijkheid waarbij een zo diep mogelijk gevoel van geluk ontstaat. Dit diepe
gevoel van geluk gat veel verder dan en zeker welbevinden en kan helaas niet
als doel op zich bestempeld worden, dit gevoel van geluk is namelijk juist het
gevolg van de gekozen eigen werkelijkheid in combinatie met de harmonie met de
omgeving. Wat dat betreft is het beter in te zetten als kompas of beter een
soort warheidsdetectoor die intensievere signalen afgeft naarmate men dichter
bij de (eigen) werkelijkheid komt.
Eenmal
gevonden is het makkelijer om weer terug te sturen maar nog nooit ervaren is
het en moeilijke zoektocht, echter, elke vorm van positief aannvoelen is juist
een onderdel van het diepere geluk en wanneer men eenmaal merdere positieve
ervaringen heeft verzameld en bekijkt wat daarvan overeenkomstig en blijvend is
komt men al snel op de goede route.
De
harmonie met de omgeving, of juist het ontbreken daarvan, is vaak hetgeen wat
aangegrepen wordt om het niet vinden of ervaren van geluk aan op te hangen.
Vooral in de vorm van de interne werking van anderen of andere werkelijkheden
wordt vaak de belemmering van het eigen geluk gezien. Die derde optie opent ook
de mogelijkheid om hier een andere blik op te krijgen. Gesteld dat we de
interne werking van de ander, de andere overtuiging of de wereld niet kunnen
veranderen maar wel de eigen keuzen en de eigen interne werkelijkheid blijt
feitelijk allen de verwachting die we an onze buitenwereld stellen over als
belemmering voor ons eigen geluk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten