donderdag 25 april 2013

Angst, lijden en weerstand als voeding voor flow en passie


Ik ben achterdochtig over mijn eigen flow, mijn eigen passie. Ik ben bang dat het mij meevoert waar geen terugkeren meer is. In het verleden toen het mij plotseling overkwam met alle mogelijkheden, onmogelijkheden en spanningen van dien ben ik niet fijn terecht gekomen. Met allerlei labels waar ik sindsdien mee rondloop. Een rake opmerking was dat het niet het label was maar mijn angst voor mijn kwetsbaarheid waar ik last van heb. 

Dit maakt dat ik het weer in eigen hand heb. Het maakt ook dat ik zie waar steeds de schoen wringt: ik had de spiegel van anderen nodig om te weten of ik nog ‘op het padje zat’. Het padje wordt daarmee erg smal en de ander ongelijk machtig.

Wat daarbij ineens naar boven komt is een verdriet. Dat mijn lijden van de afgelopen jaren niet nodig zouden zijn geweest. Dat de gebeurtenissen die geleid hebben tot mijn overtuiging dat ik niet op mijn verstand en gevoel kan vertrouwen (dit heb ik zelfs meermalen uitgesproken) en al het onuitsprekelijke leed die daar uit voort zijn gevloeid overbodig waren geweest als er wat meer zachtheid omheen gewikkeld was. Niet alleen die gebeurtenissen maar ook de weg er naar toe. Mij niet willen laten schijnen, het voortdurende klein maken, niet boven het maaiveld mogen uitsteken. Bij het steunen terug trekken, je moet het zelf doen. De continue onzuivere stroom van half-waarheden die naar eigen willekeur verstrooid worden.
Het echt gaan leven van mijn potentiaal, het creëren van een gelukkig leven voor mijzelf betekent op dit moment voor mij dat al die pijn die ik ingeslikt heb, al die rottigheid die over mij heen is uitgestort echt niet nodig was en vooral niet voor mijn bestwil maar bovenal een emotioneel braaksel van diegenen die mij zouden steunen in voor- en tegenspoed of zelfs onvoorwaardelijk van mij zouden houden.

Ik wil niemand iets kwalijk nemen, ik wil niet ‘terug’-slaan maar het blijven ontwijken van deze waarheid omwille van het niet willen omzagen van de stoelpoten van een ander is maar gek.

Het komt mij op een virtueel gesprek met mijn moeder:
“Ik voel zoveel leven in mij, en ik zie zoveel mooie diepe inzichten.”
“Daar ben jij niet de enige in hoor, dat hebben zoveel mensen.”
“Dat is niet waar ik het over heb, ik deel dat ik dit nu voel.”
“Ik mag toch gewoon zeggen wat ik vind.”
“Dat mag, maar ik voel me niet gezien, niet erkend als je zoiets zegt.”
“Kun je niet gewoon eens mensen accepteren voor wie ze zijn?”
Tot zover eigenlijk het gesprek zoals dit vaker gaat met mijn moeder, de enige in de wereld waar ik van mag verwachten dat ze mij speciaal vind. Nu komt er een stukje bij wat ik nog eens in het echt moet zetten:

“Ik accepteer je prima zoals je bent, je kwetst me alleen, ik voel mij niet gezien, dat is wat ik kenbaar maak.”
“Dan accepteer je me dus niet zoals ik ben anders zou je dat niet zeggen.”
“Wat bedoel jij dan met accepteren? Dat iemand je pijn doet en dit stilzwijgend toelaten? Accepteer jij jezelf wel? Dat je mij pijn doet, willens en wetens. Kun jij daarmee leven?”

Nu is mijn moeder iemand van er van uitgaan  dat mensen wel begrijpen wat ze bedoelt en dat je moet kijken naar de betekenis van woorden en vooral het juiste er uit pakken. Ik heb dan ook de overtuiging dat mijn verwachting ten opzichte van mijn moeder, dat zij de enige die mij speciaal hoort te vinden en onvoorwaardelijk van mij houd, zo ook ik mijn zoon, gerechtvaardigd is.

’s Middags zit ik bij de buurvrouw. Een opmerkelijk heerlijk samen zijn. Ik voel de verbinding, een sensatie die ik niet vaak bij haar heb. Ik deel dit en ik zie zo duidelijk dat dit het samasara is waar we in zitten, waar we ons van aan het loswerken zijn. Dat dit ook niet zo klakkeloos is en dat ik het er eigenijk met al die jaren lijden met relatief weinig kleerscheuren vanaf gebracht heb.

’s Avonds boeddhistische les. Een verhaal, kortgezegd, over mensen die alleen hun eigen bevrijding nastreven in vergelijking tot mensen die dit voor anderen doen. Wat hier wel naar voren komt is dat de weg naar verlichting, volledige realisatie van het hoogste mens-zijn, boeddha-schap zoveel verschillende vormen kent en dat er geen volgorde is of voorwaarden zijn om een volgende stap te zetten.  Niet iedereen hoeft uit het lijden verlost te zijn om zelf verlicht te worden. Ik kan wel mijn haven en gaven toewijden aan het welzijn van ieder en mij weerhouden van negativiteit. Ik hoef de rijen niet te sluiten.
 
Dit is een fictie die voortkomt uit waarschuwingen voor de eenzaamheid van het eigen belang en vooral uit negatieve ervaringen waarbij kwetsbaar opstellen van mijn licht meer tegenwind opleverde dan verlichting voor de ander. In die zin kun je echt niet het lijden van de ander verzachten. Laat staan opnemen en verhelpen. Tegelijkertijd zie ik ook dat dat wel kan.

Wat ik de afgelopen anderhalf jaar heb doorgemaakt is echt een drama overnemen om het in mijn licht op te lossen. Ik heb moeten afdalen in de spelonken van depressie en kwaadheid, om daar met mijn licht op te schijnen en dit op te lossen. In dit doen zie ik de wanhoop en noodkreten van mensen uit mijn verleden. Zie ik het tekort schieten in de weigering hier ook maar een duimbreed aan toe te geven. Het oordeel over goed en fout ligt in het punt waar je stopt te zijn en begint te evalueren.

Eergisteren gesprek met Kiran waar ik in mijn frustratie zat en zelfs begon te schreeuwen:
“Maar je zegt toch altijd dat schreeuwen niet helpt!”
“Dat klopt” schreeuw ik terug “maar soms kan het even niet anders”
Om dan de stress levels te laten dalen.
Hierin het voorbeeld te zijn dat mijn boosheid van mij is en mijn onvermogen toont. Het voorbeeld te zijn dat zich laat berustigen, ook in boosheid open is voor de ander.

In een gesprek met mijn moeder, gisteren, kwam dat ook weer zo duidelijk naar voren. Het oordeel over iets goed of fout gedaan te hebben is een eindpunt. In een gesprek kan je stappen verder zetten. Als ik aangeef ergens niet blij mee te zijn kan de ander kiezen om er wat mee te doen. Als een ander dit bij mij deed koos ik vroeger altijd mijzelf aan te passen, nu kan ik kiezen de ander en daarmee mijzelf beter te leren kennen.

Zo is het ook met deze fase in mijn leven. Als ik hier nu stop te zijn en ga evalueren kan ik er van alles van vinden. Ik wil hier niet stoppen, ik wil blijven zijn. Laat mijn angst voor mijn kwetsbaarheid mijn verwachtingen modereren, naar mijzelf en naar anderen, in prestatie en behoefte. Laat mijn lijden mij stilte geven voor zachtheid. Laat de weerstand die ik ervaar mij herinneren aan mijn hardheid en kracht en laat de dynamiek daartussen voeding zijn aan mijn vitaliteit, zodat ik mijn creativiteit kan laten zijn.

Nooit heb ik een gedachte gehad die echt van mij was, een gevoel waarvan ik waarlijk kon zeggen dat deze bestond buiten de invloed van een ander. Laat wat ik denk en voel gevormd zijn door mijn kwetsbaarheid, verzacht door mijn lijden, bekrachtigd door het overwinnen van mijn weerstand zodat ik geraakt kan worden in de eenheid van het zijn, de verbondenheid van al het leven.

dinsdag 16 april 2013

Plezier in mijn leven, geluk en helen


Waar is het plezier in mijn leven gebleven? Of blijft het uit?

 
Ik geniet van momenten maar modern leven in het nu maakt dat ze dan ook weer weg zijn. Waarom blijven die geweldige momenten niet in mij hangen?

Ik mag niet achterom kijken. Behaalde resultaten in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Loslaten. Iets als goed bestempelen creëert het slechte. Niet oordelen. Alles komt en gaat. We zijn niets, en vergaan tot niets. Ashes to ashes, dust to dust.

Dit heb ik mijzelf allemaal aangeleerd. Deels om om te gaan met de gigantische slingeringen in mijn leven vanwege een ‘bipolaire stoornis’ wat dat ook moge zijn. Maar als ik eerlijk ben, is het een mooie nieuwe manier om geen negativiteit te hoeven dragen. Niet mijn pijn te zien of te laten zien.

Mijn pijn, wat is mijn pijn? Ik dacht het geluk gevonden te hebben. Een ontzettend spannende passievolle vrouw, wat scherpe randjes, wat lastige achtergrond maar met wat geduld, liefde en aandacht….Een kind, een redelijk leuke baan, een huisje, een hart vol idealen en een wereld aan vrijheid.

Dit explodeerde, de vrouw postnataal depressief, ik daarna vol manisch psychotisch het huis moest een nieuwe fundering en dan scheiden. De droom voorbij. Ach, je gaat verder. Nieuwe lieve vriendin, nog leukere baan, beter geformuleerde idealen, een wereld vol mogelijkheden. Liefde voor de kleine, waardering. Wat gedoe met de ex, maar ach, die spoorde toch niet, wel moeilijk om je kind daar te laten zijn. Tsja, al die pillen, drank en weed, het is ontspannen en ik kan genieten.

Baan kwijt. Onzeker, waar sta ik, ben ik nog wat als man, vriendin niet durven houden, wat heb ik te bieden? Het roer om, voor mezelf. Idealen borgen en vastleggen. Stoppen met Lithium, stoppen met blowen. Eigen zaak opbouwen. Hard werken, doorgaan, steeds efficiënter, draagkracht, vooral ook dragen. Doorzetten, tegenslag loslaten, mogelijkheden pakken en maar doorgaan en maar doorgaan.

Vader overlijdt, een nieuw perspectief van zijn, verbondenheid krijgt een nieuwe betekenis, rust ontstaat door afscheid te nemen van  conflict en de plicht die op te lossen.

Ondertussen een ex die de oude shit weer helemaal boven wil halen en zich helen, of dreigt met zelfmoord nadat ik een keer duidelijk geïrriteerd reageer op het niet nakomen van afspraken. Hoe onveilig kan je zijn? Vooral als je dat van je 10-jarige zoon moet horen. Hoe veilig is hij? Ik kan hem niet meer beschermen door haar te steunen, wanhoop. De hele zorg op mij nemen, ruimte creeren. Ik ga kapot.

Burnout. Alle dokters zeggen weer wat anders. Zo hard mogelijk aan herstel werken. Gemeenschap om mij heen creeren, zegeningen tellen, mindfullness creeren. En steeds weer pijn. Verdriet en blijheid vloeit bij me weg.

Waarom zo’n drive, waarom zo doen? Voorwaardelijk geluk is ons met de paplepel ingegoten. Eet je bord leeg dan krijg je een toetje (en dat is dan nog positief). Er wordt continu een worst voor gehouden. Als we maar verlangen dan zijn we stuurbaar. Vooral geen voldoening, er is altijd meer nodig. Anders worden we onhandelbaar.

Die momenten dat ik het geluk wat mij beloofd was in mijn jeugd wist te raken vervulde mij dit met zo veel levensenergie. Het elixer was tastbaar, ik kan het delen, ik stroom over. Manisch tot in de isoleer.

Geluk is gevangen worden. Vanuit mijzelf delen is veroordeeld worden. Echt zijn is te veel voor mijn omgeving. Voor mijzelf opkomen is uitgekotst worden. Elke stap die ik zet is een last voor een ander. Altijd een opmerking, nooit is het goed. Zo was het altijd. Thuis is waar je kritiek krijgt, waar je nooit op je gemak voelt. Waar je niet ontspannen kunt.

Om erkenning te krijgen moet je gewond op de grond. Ontspanning is niet waar je thuis bent, is waar je op bezoek bent. Om plezier te beleven moet je het huis uit, liegen wat je doet.

Veiligheid is alleen in de zegeviering van de rede. Het gelijk, maar dat kun je niet voelen, alleen hebben. Veiligheid van zijn is uitsluitend in de woordeloze aanraking.


Ik had me hier al zo vaak van losgemaakt maar toch probeer ik elke keer weer mijn wortel levensvatbaar te krijgen. Helen noemen we dat. De laatste keer nadat mijn vader is overleden en de grenzen van mijn zijn openscheuren om hem uit te laten. In die opening haakt mijn moeder in, haakt mijn ex in. Iedereen dringt in, om mij ‘te helen’ of om eigen pijn te lozen.

 Ik nog denken dat ik met voldoende bewustzijn en mijzelf helen ik iets goeds beteken voor mijn omgeving, mijn kind, de wereld. Helen, alles moet geheeld worden. Ik ga er aan kapot.

Nee, ik mag mijzelf in bescherming nemen ik mag mijn zoon lief hebben en meer is er niet. Laat het helen maar aan anderen…… 

Ik verlang thuis te zijn, ontspannen te kunnen zonder pijn. Mijn levensenergie laten stromen zonder het risico opgesloten te worden. Vrede te ervaren in verbinding. Lief te hebben zonder straf.
 
Ik ga geen weg, ik volg geen pad. Ik ben niet iets en dat is niet niets. Ik doe niets en ik kom nergens. Ik heb geen idee over hoe of waarom, ik probeer niet eens.
Ik kies mijn heelheid zonder wortel. Ik kies mijn anker in mijn eigen zijn. Ik kies mijn rust in mijn eigen-wijsheid. Ik zie mijn licht met mijn ogen. Wat ik beteken voor een ander, is aan die ander om te bepalen. Wat die ander voor mij betekent komt vanzelf in mij op.
 
Ik verlang thuis te zijn. Ontspannen te kunnen. Mijn levensenergie te laten stromen. Te ervaren in verbinding. Lief te hebben.

donderdag 4 april 2013

Angst & hoop of verlangen & vertrouwen


Angst is illusie als ik in het nu ben. Ten alle tijde is mijn angst niet meer dan een onaangename anticipatie van een projectie op de toekomst. Als ik mijn anticiperen, projectie op de toekomst achterwege laat kan dit mij helpen angst uit de weg te gaan. Helaas gaat dit ook ten koste van mijn motivatie ik haal uit mijn verlangen en mijn mogelijkheid tot visualiseren van mogelijkheden: de focus van creatie.

Angst over de toekomst is een illusie. Uiteindelijk is het mijn oordeel over wat kan gebeuren. Als ik verwacht dat er iets ‘slechts’ gebeurt genereert dit oordeel angst. Het niet laten gebeuren van het ‘slechte’ genereert opluchting en bevestigt de angst en zelfs het slecht-zijn.  Het is niet-kiezen voor wat ik niet wil en houdt zichzelf in stand.

Mijn hoop op het goede is net zo een oordeel. Als ik iets verwacht wat ik ‘goed’ oordeel genereert dit hoop. Het streven daarnaar (en het geloof in mijn verantwoordelijkheid over het 'goede') maakt mij gehecht en krampachtig. Een eventueel uitblijven ervan geeft mij teleurstelling (weer een oordeel).

Ik heb dit spel vaak genoeg gespeeld dat elke verwachting de potentie van teleurstelling kent, dus angst. Zelfs verwachtingsvrije hoop vol vertrouwen wordt misplaatst geduld. Angst en hoop zijn illusies.

"Verlangen en vertrouwen zijn. 'Ik verlang' is vrij van oordeel. Visualiseer je verlangen, voel je diepste wens en gebruik schranderheid in de realisatie.  Vertrouw in je zijn, je vermogen te zijn, je mogen zijn. Je bent hier met alle mogelijkheden van je zijn." vertel ik mijzelf.

Hoe ik mij ook wend of keer, ik ben en creëer omstandigheden. Ik kan niet anders dan mogelijkheden realiseren, waarom dan niet de mogelijkheid zijn mijn verlangen te realiseren?

Mijn diepste verlangen overstijgt mijn weten, geweten en wetten: mijn potentiaal leven. Dit wekt mijn grootste angst op, niet voor het teleurstellende, niet voor het oordeel maar de ongrijpbaarheid van echt zijn.

Deze angst lost op in het vertrouwen dat rust in het loslaten van het oordeel over verlangen. Hoop is niet nodig om te verlangen. Hoop is niet nodig om te vertrouwen. Angst is er niet om hoop op te wekken of zelfs om vertrouwen te leren. Het is er om mijn eigen verlangen te ontdekken. En bij elke ontdekking groeit mijn vertrouwen in mijn verlangen.